Home Column's Column 23

Column 23

Lars

  

Ieder huisje heeft zijn kruisje!

  

Een spreekwoord die voor ieder huishouden een andere betekenis heeft. Zo is de één ernstig ziek, een ander heeft zijn been gebroken, verderop hebben ze een gehandicapt kindje gekregen en aan de overkant gaan ze scheiden. Het maakt niet uit wat er aan de hand is, het enige wat telt is dat er iets vervelends in je leven gebeurt. Dat zijn vaak nare momenten. Die bepaalde gebeurtenis beheerst je leven. En dat is logisch. Als je ziek bent, heb je pijn en voel je je beroerd. Met een gebroken ledemaat kun je niet meer de dingen doen die je altijd deed. Een gehandicapt kindje brengt ontzettend veel zorg mee en als je gaat scheiden, is er veel ellende en geestelijke pijn.

 

Ons huisje heeft z’n eigen kruisje. Tijdens de zwangerschap van onze tweeling, Tara en Cindy, waren er nogal wat complicaties. Zo hebben ze diverse keren een bloedtransfusie gekregen toen ze nog in mijn buik zaten. De rest van het verhaal zal ik u besparen, dan wordt de column te lang. Wel heel belangrijk: ze zijn nu zo gezond als een vis. Niets herinnerd ons meer aan die moeilijke periode, alleen mijn eigen gedachten. Positief gezien. Ik heb namelijk veel geleerd van die periode.  Zo houd je ook weer goede dingen over aan zware tijden.

 

Maar we hebben nog een kruisje. Onze zoon: Lars. Begrijp me niet verkeerd het is een hele lieve, leuke, vrolijke jongen, maar hij heeft een handicap. Gelukkig is die handicap van buitenaf niet te zien. Maar van binnen des te meer. Lars is geboren als kleppenkind. Niet een kind die heel goed kan klepperdeklepkleppen met castagnetten ofzo, maar met een klepje teveel in zijn kleine lichaampje. Het klepje teveel zat in zijn plasbuis. Ik zal niet in medische details treden, maar het gevolg van dit klepje is wel dat hij lijdt aan chronische nierinsufficiëntie en dat zijn blaas niets meer doet. Hiervoor moet hij katheteriseren. (Lastig, vooral voor een jongetje als Lars) En dat om de drie en een half uur. Heren, denkt u zich eens in: iedere drie en een half uur gaat er een slangetje bij uw, laten we het netjes zeggen, edele delen naar binnen. Volgens mij is dat geen pretje. Hij heeft al vroeg geleerd om zelf te katheteriseren, dit geeft hem wat meer vrijheid. Supertrots zijn we op hem.

 

Ondanks zijn beperkingen, die toch behoorlijk zijn leven beïnvloeden, heeft Lars een grote passie: Fietscross. Dit is nou niet direct een sport die je aan een nierpatiëntje zou toevertrouwen, maar met de juiste bescherming, de hulp van de wedstrijdorganiserende clubs en de EHBO kom je heel ver. Hij schept er veel dankbaarheid en plezier uit. Over het algemeen lukt het Lars zo om zijn conditie en daar mee zijn lichaam op peil te houden.

 Wij hebben geleerd om duidelijk te zijn in zijn ziekte, hiermee open je deuren en kom je verder dan je denkt. Als chronisch zieke is het leven echt niet afgelopen, het kan zelfs deuren openen die je niet voor mogelijk had gehouden. En af en toe krijgt Lars vanuit een onverwachte hoek een duwtje in de goede richting.Ik ben blij dat ik zijn moeder ben, want door hem leer ik zaken beter te relativeren, weer uit te kijken naar de volgende dag. Hij leert mij dat het de moeite waard is om te leven!  
 
Column